De visie van de stichting op de kraan en het project is gebaseerd op modern cultureel planologisch beleid enerzijds en anderzijds op het toenemende belang van lokale initiatieven bij stedelijke vernieuwing. De visie en het doel van de stichting liggen in lijn met de ontwikkelingsvisie Scheldekwartier. Een stadsdeel met een unieke identiteit waarin het industrieel erfgoed en de sfeer van de voormalige scheepswerf centraal staat.
Culturele planologie
De visie op het project in de Vlissingse samenleving kent een cultuur-planologische oorsprong en richt zich op de ontwikkeling van het Scheldeterrein als maritieme stadswijk. Cultuurhistorie als inspiratie voor ruimtelijke ontwikkeling is het uitgangspunt van culturele planologie. Dit betekent dat cultuurhistorie de oudste laag, en dus de basis is in het rijtje verleden- heden- toekomst. Het gebruik van erfgoed in nieuwe ontwikkelingsprocessen is dan ook niet zozeer een belang, maar in toenemende mate een voorwaarde.
Er zijn grofweg twee manieren om nieuw te ontwikkelen gebieden vorm te geven. De eerste, in het verleden veel toegepast, gaat uit van een blanco oplevering: een leeg veld zonder obstakels, waarin naar hartenlust nieuwe blokken voor woningen en bedrijvigheid worden gesitueerd en waartussen nieuwe wegen en straten worden getrokken die deze blokken met elkaar verbinden. Het alternatief is uitgaan van de biografie van het landschap. Elk terrein heeft een eigen geschiedenis en bevat sporen daarvan, zichtbare en onzichtbare, waardevolle en minder waardevolle. In deze visie spelen de waardevolle relicten van het verleden een zelfstandige rol, want die bepalen mede de identiteit van de nieuwe ontwikkeling. Daarnaast toont onderzoek aan dat mensen in nieuwbouwwijken met een eigen geschiedenis gelukkiger zijn dan mensen die wonen in wijken zonder enige historisch houvast.
Het voormalige Scheldeterrein van de KMS kent een lange en betekenisvolle geschiedenis. Daar zijn belangwekkende (archeologische) sporen verborgen die ons informatie verschaffen over de historie van het gebied. Voorbeelden daarvan zijn oude railstructuren, de Dokbrug, twee bateau ports bij de helling, oude bestrating en industriële schakelkasten. Ook resteren nog enkele gebouwen die óf een monumentale waarde vertegenwoordigen óf in bouwhistorisch opzicht zodanig bijzonder zijn dat de monumentale waarde ervan wordt erkend.
Het is belangrijk om dit erfgoed te vertalen naar het ruimtelijke ontwikkelingsbeleid, waarbij bestaande karaktertrekken worden gehandhaafd en waar nodig worden versterkt. Deze aanpak levert de gemeente bovendien iets op: een herkenbare eigen identiteit, een aantrekkelijk vestigingsklimaat en een toeristisch en cultureel profiel. De terugkomst van een monumentale stoomkraan vormt daarin een logische stap. Immers het merendeel van al deze restanten is reeds gesaneerd en afgevoerd. Gebouwen alleen zijn niet representatief voor het scheepsbouwverleden. De Schelde was een scheepswerf én machinefabriek. Terugkomst van op zijn minst één werktuig en één schip zou de industriële identiteit van het gebied compleet maken.
Waarde van mobiel erfgoed
In het verleden gesloopte monumenten zullen nooit meer terugkeren, maar voor mobiel erfgoed ligt dat anders. Mobiele monumenten zijn opvallende varianten binnen de erfgoedsector. Ze zijn mobiel en kunnen in vergelijking met monumentale gebouwen ontkoppeld worden van de omgeving waarin ze functioneerden, maar kunnen wel de omvang en beeldbepalende eigenschappen vertegenwoordigen zoals men die gewend is bij onroerend erfgoed. Daarnaast is mobiel erfgoed vaak zeldzaam en lang niet iedere stad kan er meer over beschikken. Zo besloot men in Kampen om een replica te maken van een Fairbairn havenkraan die in het verleden was gesloopt. In Middelburg pronkt precies zo’n kraan. Deze is altijd zorgvuldig bewaard gebleven en is verheven tot rijksmonument.
Erfgoed als krachtvoer
In 2015 publiceerde de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed het document ‘Erfgoed als krachtvoer; Tips voor een nieuwe toekomst voor dorpen, steden en regio’s. Op basis van internationaal onderzoek wordt in deze publicatie beschreven hoe erfgoed als troef ingezet kan worden om nieuw leven in krimpregio’s te blazen. Zo wordt voor beleidsmakers die te maken hebben met erfgoed in krimpregio’s aan de hand van vier strategieën uitgelegd hoe erfgoed kan fungeren als verbindend middel binnen de gemeenschap of om nieuwe ondernemers en bezoekers te trekken. Ook de Stichting Stoomhijskraan Schelde 38 gebruikt het document als leidraad bij de vormgeving van haar doelstelling en draagt zo op haar manier bij. Met steun van de overheid staat een initiatief sterker en zijn partijen gezamenlijk in staat een vliegwiel effect te realiseren binnen de regio, aldus de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed.
Stichting Stoomhijskraan Schelde 38
Koopmansvoetpad 34
4388 AT Oost-Souburg
T: 06-47922724
E: stoom@zeelandnet.nl
Deze website is mede mogelijk gemaakt door:
Van de Velde Publicatiefonds - Vlissingen
Het Van de Velde Publicatiefonds bevordert het cultuurhistorische besef op Walcheren en van de stad Vlissingen in het bijzonder, in de vorm van publicaties, in de breedste zin van de betekenis. Het fonds is ontstaan uit de uitoefening van het uitgeversvak door vier generaties François van de Velde in Vlissingen.